Oefenen met je beenprothese
Is alles naar wens, dan mag je met deze prothese gaan trainen. Onder begeleiding van een fysiotherapeut leer je alle vaardigheden die noodzakelijk zijn om zo goed mogelijk 'uit de voeten te kunnen' met je beenprothese. Denk aan oefeningen als het aan- en uitdoen van je prothese, staan en lopen, evenwicht houden. Ook krijg je, indien dit voor jou mogelijk is, training in het lopen met elleboogkrukken en zelfs vallen. Noteer al je ervaringen, want die bespreekt de orthopedisch adviseur met je tijdens de volgende afspraak.
Periodieke controles
In deze fase van de revalidatie zal de orthopedische instrumentmaker je regelmatig zien en met jou en het team de voortgang evalueren en zo nodig wijzigingen aanbrengen. Soms is het noodzakelijk tussentijds een nieuwe prothesekoker aan te meten vanwege atrofie (het slinken van je stomp). Ook kan een wondje ontstaan door overmatige druk van je prothesekoker. In dat geval kan de revalidatiearts besluiten het gebruik van de prothese even te staken en eerst het wondje de gelegenheid te geven om te genezen. Uiteraard passen wij in dat geval de prothesekoker aan om herhaling van het probleem te verkomen.
Na alle verfijningen is het dan tijd om je beenprothese verder af te werken, te verstevigen en van een mooi uiterlijk te voorzien.