Schouder (sub)luxatie Schouder (sub)luxatie

Schouder (sub)luxatie

Bij schouderluxatie gaat je arm uit de kom. Het bovenarmdeel van het schoudergewricht zit niet meer op zijn plaats in de schouderkom. Bij subluxatie schiet de bovenarm gedeeltelijk uit de kom, bij totale luxatie helemaal. Beide gevallen zijn zeer pijnlijk. Bij sommige mensen schiet de schouder periodiek uit de kom. Dit heet een recidiverende schouderluxatie.

Kenmerken en symptomen

De kop van de bovenarm schiet meestal aan de voorkomt uit de kom van het schouderblad. Je voelt een felle pijn. Aan de voorkant van je schouder zie je een verdikking, dat is de bovenarmkop die uit het gewricht geschoten is. Je arm kan ook naar achteren uit de kom schieten, dan zit de verdikking aan de achterkant. Je schouder voelt verdoofd en zwelt op.

Oorzaken

  • hyperlaxiteit: zwak weefsel van de gewrichtsbanden en/of pezen door een overmatige elasticiteit van deze weefsels;
  • vallen of stoten;
  • sporten als voetbal, hockey, rugby, volleybal en basketbal vergroten de kans op een (sub)luxatie.

Behandeling

Allereerst is het belangrijk je schouder een kwartier te koelen met ijs. Leg het ijs niet rechtstreeks op je huid, maar doe er een handdoek tussen. Daarna laat je je rijden naar de afdeling spoedeisende hulp. De arts onderzoekt je schouder op doorbloeding en zenuwvoorziening van de arm. Je bovenarm wordt teruggeplaatst in de kom. Je voelt daarna meteen dat de pijn afneemt en kunt je schouder weer bewegen.

De eerste dagen na terugplaatsing is koelen met ijs nog steeds aan te raden. Absolute rust is niet nodig, maar belasten mag nog niet. Na 3 maanden is je schouder weer normaal beweegbaar en belastbaar. Is dat niet het geval, maak dan een afspraak met je huisarts.

Wanneer je last hebt van een recidiverende schouderluxatie, dan kan je huisarts je doorverwijzen naar een van onze orthopedisch instrumentmakers voor een schouderbandage. De bandage kan de stabiliteit borgen en het gewicht van de bovenarm opvangen.