Hypermobiliteit Hypermobiliteit

Hypermobiliteit

Hypermobiliteit, ook wel hyperlaxiteit of overbeweeglijkheid genoemd, is een (erfelijke) aanleg. Bij hypermobiliteit is er sprake van overbeweeglijke gewrichten doordat het ondersteunende weefsel (kapsels en banden) minder stevigheid biedt dan het behoort te doen.

Kenmerken en symptomen

Bij hypermobiliteit lijkt het wel of alle gewrichten 'los' zitten. Je schouder, bovenarm en been kunnen gemakkelijk uit de kom schieten. Vaak heb je ook knieklachten bij het fietsen en traplopen. Bekende problemen zijn lage rugklachten, vermoeidheid en pijn aan de polsen.

Mensen met hypermobiliteit zijn bijzonder lenig. Ze kunnen hun gewrichten zoals tenen, vingers, ellebogen en knieën verder doorbuigen dan de meeste mensen. Bij hypermobiliteit zijn de gewrichten buitengewoon elastisch doordat kapsels en banden minder stevig zijn dan normaal. Ze rekken gemakkelijk mee bij het aanspannen. Het is geen afwijking of een ziekte maar een eigenschap waarmee je probleemloos oud kunt worden. Het komt voor bij minder dan twee procent van de bevolking en vaker bij kinderen met het syndroom van Down.

Oorzaken

  • afwijking aan het bindweefsel;
  • erfelijkheid;
  • spierziekte.

Behandeling

Zwemmen is een goede sport om lekker te bewegen en je spieren te trainen.Er bestaat geen behandeling die ervoor zorgt dat hypermobiliteit verdwijnt. Behandeling is er op gericht dat je zo min mogelijk last hebt van je overbeweeglijkheid. Luister goed naar je lichaam en maak een afspraak met je huisarts als je pijn hebt in je gewrichten. Je huisarts kan je doorverwijzen naar een van onze orthopedisch instrumentmakers voor een polsorthese die je hand immobiliseert. De bewegingsmogelijkheden van je gewrichten verminderen. Ook kan hij een halskraag voor je maken. De halskraag geeft je nek rust en houdt je hoofd omhoog. In de halskraag zitten verstevigingen die de bewegingsmogelijkheden van je gewrichten verminderen.

Heb je voetklachten, dan is het belangrijk goed te luisteren naar de signalen van je lichaam. Op maat gemaakte inlays, aanpassingen aan schoenen en braces om de stabiliteit te vergroten kunnen uitkomst bieden.

Je huisarts of specialist kan je doorverwijzen naar een podotherapeut, orthopedisch schoentechnicus of orthopedisch instrumentmaker.