Armprothesen

Er zijn passieve en actieve armprothesen. Een passieve armprothese is cosmetisch. Deze kan niet bewegen, maar heeft wel een natuurlijke uitstraling. Een actieve prothese kan wel bewegen en is op verschillende manieren aan te sturen, door lichaamsbekrachtiging of elektrische bekrachtiging.

Dit gebeurt bij de ergotherapie. De ergotherapeut begeleidt je ook bij de voorbereiding op de armprothese. Je krijgt van ons ook uitgebreide informatie mee over hoe je met je prothese kunt omgaan.

Als je stomp is veranderd of een onderdeel van prothese is versleten, dan passen wij dit voor je aan. Wanneer blijkt dat je stomp dusdanig veranderd is dat een nieuwe armprothese nodig is, dan vragen wij deze aan bij je zorgverzekeraar. Iedere verzekeraar stelt een minimale gebruikstermijn, vaak is dit 3 tot 5 jaar. Een nieuwe prothese wordt binnen die termijn meestal niet vergoed. Dit is echter onder andere afhankelijk van de reden van de aanvraag.

De mogelijkheden met een armprothese verschillen per persoon. Kies je, in overleg met je behandelend team, voor een passieve of cosmetische prothese, dan kun je de prothese niet bewegen. Met een actieve of functionele prothese kan dat wel. Afhankelijk van het type prothese kun je je arm lichaamsbekrachtigd of via een externe krachtbron aansturen.
Bij het kiezen van een prothese kijkt je behandelend team samen met jou wat je wensen en mogelijkheden zijn en wat voor jou de beste optie is.

Het uiterlijk van je armprothese hangt af van het soort prothese, jouw eigen wensen en mogelijkheden. Een cosmetische armprothese ziet er 'echter' uit dan een functionele armprothese. Geef bij je eerste afspraak je wensen aan. Onze orthopedisch adviseur vertelt je wat mogelijk is.

Nadat je samen met je behandeld team een keuze hebt gemaakt, dienen wij een aanvraag voor je in bij je zorgverzekeraar. Je orthopedisch adviseur weet welke soorten vergoed worden en of een eigen bijdrage of eigen risico van toepassing is. Gaat de zorgverzekeraar akkoord, dan worden de kosten vergoed en beginnen wij met het maken van je prothese.
Zorgverzekeraars zijn vaak terughoudend als het gaat om een reserveprothese.

Een lichaamsbekrachtigde of mechanische prothese kun je bewegen met je eigen lichaamskracht. Bij een bovenarmprothese bijvoorbeeld kun je de grijpfunctie in je hand of de haak bedienen door je schouderbladen van elkaar af te bewegen en weer naar elkaar toe te brengen. Aan je armprothese zitten namelijk kabels die met een schouderbandage om je gezonde schouder heen zitten.
Bij een onderarmprothese zet je de grijpfunctie in door je arm naar voren of naar achteren te bewegen. Daarmee span je de kabel aan die je hand opent of sluit.

Bij een myo-elektrische armprothese geven je armspieren, bij aanspanning ervan, elektrische signalen door aan elektrodes in je armprothese, waarmee je hand open of dicht gaat of draait. Een myo-elektrische prothese werkt niet bij iedereen. Informeer bij je orthopedisch adviseur naar je mogelijkheden.