Beenprothesen

Er zijn heel veel verschillende beenprotheses. De keuze hangt af van je persoonlijke wensen. Zit je in een rolstoel en kun je ook met een prothese niet lopen? Dan kun je kiezen voor een sierprothese. Mensen zien dan minder snel dat je een (deel van je) been mist.
Loop je alleen kleine stukjes binnen je huis? Dan kun je kiezen voor een prothese voor binnenshuis.
Er zijn ook prothesen waarmee je alle dagelijkse activiteiten weer kunt doen. Verder zijn er speciale sportprothesen.

Een beenprothese wordt altijd op maat gemaakt. Je revalidatiearts en orthopedisch instrumentmaker helpen je bij het uitkiezen van een beenprothese.

De kosten worden in principe via de ziektekostenverzekeraar vergoed, als deze tenminste akkoord gaat met hetgeen OIM Orthopedie voor je aanvraagt. Je orthopedisch adviseur weet welk soort prothese door welke zorgverzekeraar vergoed wordt en of een eigen bijdrage en/of eigen risico van toepassing is. OIM Orthopedie dient de aanvraag voor je in. Daarna kun je bij je orthopedisch instrumentmaker een prijsopgave vragen. Je zorgverzekeraar geeft na goedkeuring groen licht voor het maken van de prothese. De verzekeraar staat dan garant voor de betaling. Mocht je zorgverzekeraar niet akkoord gaan, dan kun je overwegen een bezwaarschrift in te dienen. 

Leren lopen met een beenprothese is niet makkelijk. Een revalidatieteam helpt je daarbij. Hierin zitten meestal een revalidatiearts, een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een orthopedisch instrumentenmaker (prothesebouwer), een maatschappelijk werker en een psycholoog.

Voor revalidatie kun je naar een verpleeghuis of een revalidatiecentrum. Sommige mensen kunnen naar huis en revalideren via dagbehandeling (in het ziekenhuis of een revalidatiecentrum). Als dat kan, leer je opnieuw lopen met een beenprothese. Je moet daarvoor in een goede conditie zijn en genoeg spierkracht hebben. Je krijgt hiervoor oefeningen van je fysiotherapeut.

Daarna leer je stap voor stap lopen. Je leert de prothese zelf aan- en uitdoen. Je oefent met opstaan en weer gaan zitten. Je gaat eerst lopen in een loopbrug. Je leert je evenwicht bewaren en je leert een goede looptechniek. Daarna ga je buiten de loopbrug lopen met een hulpmiddel, bijvoorbeeld een rollator. Uiteindelijk leer je je prothese te gebruiken bij allerlei dagelijkse activiteiten.

Actieve, jonge mensen verslijten sneller een beenprothese dan minder beweeglijke ouderen. Als je een nieuwe prothese nodig hebt door onherstelbare slijtage of gewijzigde lichamelijke omstandigheden zoals veranderingen aan de stomp, dan kom je vast voor een nieuwe prothese in aanmerking . Zorgverzekeraars zijn over het algemeen erg terughoudend in het verstrekken van een reserveprothese.

Voor reparatie of vervanging van je bestaande prothese heb je geen aanvraag nodig van je specialist voor vergoeding door de zorgverzekeraar. In die gevallen volstaat een prijsopgave van ons als leverancier. Wijzigingen aan je prothese zoals een andere stompkoker of een geheel ander type prothese, moeten wél altijd door je specialist worden aangevraagd.

Raadpleeg ook de vergoedingenwijzer.

Wij hebben een contract met alle zorgverzekeraars in Nederland. 

Ongetwijfeld heb je bepaalde verwachtingen van je beenprothese. De arts geeft aan wat medisch haalbaar is. Onze orthopedisch adviseur geeft aan wat technisch mogelijk is. De fysiotherapeut oefent samen met je en kijkt wat in de praktijk haalbaar is. Vaak kunnen we aan je wensen voldoen. Maar soms moeten we vaststellen dat bepaalde wensen niet te realiseren zijn. Daar zijn we duidelijk in: je kunt rekenen op een eerlijk advies. Vooraf, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. 

Er bestaan veel verschillende beenprothesen. Ook zijn er verschillende systemen om je beenprothese aan je stomp te bevestigen. Samen met je arts en instrumentmaker maak je een keuze. Die is onder andere afhankelijk van je te verwachten activiteitenniveau en je lichamelijke conditie. 

Ongetwijfeld heb je bepaalde verwachtingen van je beenprothese. De arts geeft aan wat medisch haalbaar is. Onze orthopedisch adviseur geeft aan wat technisch mogelijk is. De fysiotherapeut oefent samen met je en kijkt wat in de praktijk haalbaar is. Vaak kunnen we aan je wensen voldoen. Maar soms moeten we vaststellen dat bepaalde wensen niet te realiseren zijn. Daar zijn we duidelijk in: je kunt rekenen op een eerlijk advies. Vooraf, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. 

Na een amputatie kun je stomppijn en/of fantoompijn ervaren. Bij fantoompijn is het alsof je pijn voelt in het geamputeerde lichaamsdeel. De oorzaak van deze pijn is nog altijd niet duidelijk. Bij de meeste mensen neemt de intensiteit van de pijn na verloop van tijd af. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk zoals het gebruik van medicijnen, een stompcorrectie, aanpassen van de prothese of oefentherapie. Stomp- en fantoompijn kunnen belemmerend werken in het (leren) dragen van een prothese. Meer informatie vind je op de website van de patiëntenvereniging Korter maar Krachtig.

Wij zijn niet bevoegd om daar een uitspraak over te doen. Voor meer informatie verwijzen wij je naar het CBR, Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (tel. 0900 0210 of www.cbr.nl).